De opbouw naar een van de grote toernooien geeft altijd weer voer voor discussie. Zeker de opbouw naar het allergrootste sport evenement van allemaal, de Spelen.
Ik ben geen fan van de keuzes gemaakt door de meeste coaches en bonden. Ik kan niet spreken voor die (hockey)culturen waar ik niet voldoende kennis van heb zoals de Aziatische, de Amerikaanse of Australische. Ik wil het hier dus voornamelijk hebben over de West-Europese keuzes en dan met name die van Nederland en België natuurlijk.
De nationale coaches van landen zonder een club competitie op het hoogste niveau, halen vaak een jaar op voorhand hun uitgezworven spelers weer terug naar het thuisland om gedurende een vol jaar zich optimaal te kunnen voorbereiden op dat ene piek moment. De nationale coaches van die landen mét een sterke clubcompetitie hebben die luxe niet en moeten met veel meer verschillende agenda’s en belangen rekening houden. De bonden van deze landen zouden in de Olympische jaren graag meer ruimte maken voor hun nationale ploeg maar botsen op de belangen van de clubs. Clubs die hier in West Europa nu eenmaal het fundament van onze sport zijn.
Helaas leidt deze moeilijke situatie vaak tot ongelukkige compromissen en zelfs foute keuzes waar meestal de spelers, die de meeste opofferingen moeten doen, het slachtoffer van zijn. Nu kan ik me hier ook beperken tot het uiten van de kritiek “jullie doen het niet goed” maar ik wil dat vanzelfsprekend niet doen zonder ook een mogelijk alternatief voor te leggen.
Het hoeft volgens mij immers allemaal niet zo moeilijk te zijn. We hebben hier in Nederland en België nu eenmaal de luxe dat we amper afstanden moeten overbruggen om veel tijd samen door te brengen. Dat betekent dat het mogelijk is een compromis uit te werken qua trainingsschema waar in een Olympisch jaar de nationale ploeg wat meer nadruk krijgt ten koste van het club programma zonder dat deze volledig teniet gedaan zal worden. Maar het is ook weer niet nodig met de nationale ploeg al een jaar op voorhand quasi te gaan samenwonen. Een goede balans tussen alle benodigde componenten is de sleutel tot succes!
Gedurende de club competitie periode lijkt het mij de ideale opbouw om per week de dagen voor de internationals zo in te delen:
- 2 dagen training samen met de nationale ploeg (dinsdag en woensdag?)
- 2 dagen training met de club (donderdag en vrijdag?) met extra individueel programma voor de internationals
- 2 dagen “rust” en persoonlijke invulling voor de internationals zoals studie, werk, sociaal leven, … met een lichter individueel programma vanuit de nationale ploeg (maandag en zaterdag?)
- 1 dag competitie met de club (zondag).
Ik zou het seizoen tijdens de jaren met een groot toernooi (WK of Olympische Spelen) indelen in enkele grote blokken:
- Van september tot en met november ligt het accent op de clubcompetitie waarbij wel ruimte is voor 2 dagen per week training met de nationale ploeg volgens het schema hierboven.
- De maanden december, januari en februari zou ik laten invullen door de spelers volgens hun eigen voorkeur, behoefte en karakter. Voor de een wordt dat hockeyen in de lucratieve en intensieve HIL, voor de ander een uitstapje naar het zaalhockey. Weer een ander geeft even weer volle aandacht aan zijn studie, werk of sociale leven. Laat iedere speler zijn programma invullen volgens hun eigen behoefte. Het is een teamsport maar dat neemt niet weg dat het individuele persoonlijkheden blijven met ieder hun eigen karakter en dat dus niet iedereen energie krijgt uit hetzelfde patroon. Deze periode staat voor het opladen van de batterij. Er kan in deze periode nog een individueel programma vanuit de nationale ploeg gedraaid worden afgestemd op ieder individueel schema. Het accent ligt dus op het individu deze maanden.
- Van maart tot met met half mei gaat de prioriteit weer uit naar de club competitie met het standaard weekschema hierboven uitgelegd, met ook de nodige aandacht dus voor de nationale ploeg.
- Van half mei tot begin juni lijkt het me aangewezen de spelers hun vakantie te laten opnemen. Enkele weken (verplicht) zonder stick om de batterij weer op te laden en daarna met heel veel zin van start te gaan aan de zware opbouw naar de piek van het jaar.
- Vanaf begin juni start dan de opbouw waarbij 100% van de tijd in het teken staat van het toewerken naar de piek van het jaar in augustus met de nationale ploeg. Waarbij gedurende enkele maanden de focus op 1 en slechts 1 doel ligt: samen op weg naar Olympisch goud!
Het moge duidelijk zijn dat ik geen fan ben van programma’s waarbij internationals nagenoeg op internaat gaan een groot deel van de week het hele jaar door. Vier dagen nationale ploeg, slechts één dagje bij je club (voor velen toch de eerste werkgever), één wedstrijddag en één rustdag is volgens mij geen gezonde verhouding en draagt ook niet bij tot een grotere kans op succes lijkt mij.
Ik vind het verbieden deel te nemen aan initiatieven als de HIL ook geen goede keuze. Je vraagt aan je spelers dat ze zich 100% geven als professional, maar je ontneemt ze op die manier de mogelijkheid ook daadwerkelijk te leven als een professional. Maar ook voor die spelers die de HIL geen optie vinden voor zichzelf zouden in die periode andere individuele “uitstapjes” (werk, studie,…) goed zijn.
Een gezonde balans (inspanning vs rust – team vs individu – club vs nationale ploeg…) het hele jaar door waarbij naarmate het piekmoment dichterbij komt alles meer en meer doorweegt naar het toewerken naar de topvorm op het juiste moment. Dat is volgens mij het juiste recept voor goud in Rio!